Nadat de bootjes op zondag door de vissers gebruikt waren werden zij verhuurd aan de dorpsjeugd die gewapend met een aantal kratten bier richting de Hem roeiden. Dit fenomeen zien we heden ten dage nog steeds terug zij het in gemotoriseerde toestand en een luxere vorm. Hoewel, op mooie zondagen wordt alles wat drijven kan gebruikt om het meer op te gaan. Het is dan ook een waar theater aan de sluis dat de gehele dag doorgaat.
Leen Akerboom pleegt nog wat meer verbouwingen aan het café en in 1976 verkoopt hij het aan de schoonzoon die met zijn jongste dochter is getrouwd; C. de Konink. Onder de handen van Cok en Rineke wordt café De Haven het Haventje en een begrip in Roelofarendsveen en omgeving. De visboten worden ingeruild voor een terras aan het water, het buitenterras wordt verhoogd, de bar wordt verplaatst, er wordt aangebouwd en als klap op de vuurpijl metselt Cok eigenhandig een kelder in het café waar het biljart in kan verdwijnen zodat er een mooie ruimte ontstaat voor feestjes en vergaderingen etc. In deze tijd wordt ook de fundering gelegd voor de Stamgasten en ontstaat DDO.
Na bijna 30 jaar kroegbaas te zijn geweest vindt Cok het wel mooi geweest en draagt hij het inmiddels mooiste café van Roelofarendsveen in 2004 over aan zijn dochter en schoonzoon. Zoals de oplettende lezer heeft vastgesteld is er dus een traditie dat De Haven van vader op dochter voortgezet wordt. Gelukkig voor de inwoners van Roelofarendsveen hebben Don de Jeu en Wendy de Konink inmiddels een troonopvolger; Wies.